Onlangs kwam ik op Facebook deze reactie tegen: “Ik had weinig te zeggen, dus hield ik m’n mond maar.” Op het eerste gezicht is daar niets raars aan. Maar bij nader inzien is het toch een merkwaardige positie. Je had niets te zeggen, dus hield je je mond maar. Beslist te waarderen. Ik wou dat meer mensen dat in de praktijk zouden brengen. Maar als je vervolgens gaat zéggen, dat je je mond maar houdt omdat je niets te zeggen hebt, span je het paard achter de wagen. Dat vind ik humor. Dat haalt de dominee Gremdaat in mij naar boven.
Zo plaatste ik de volgende reactie op Facebook. “Ik had weinig te zeggen, dus hield ik m’n mond maar.” Kent u die uitdrukking: “Ik had weinig te zeggen, dus hield ik m’n mond maar.” Net als: Ik ben een wetenschapper en tegelijkertijd geloof ik in God, dus houd ik m’n mond maar. Of: zowat het enige dat ik in kan brengen in de politiek is: weg met de Islam, dus houd ik m’n mond maar. Ik wens u nog een fijne voortzetting met leuk gezelschap, lieve vrienden. En spekjes, natuurlijk.
De gewraakte sprekende zwijger zag er de humor niet van in en reageerde uiterst geprikkeld. Daarop had ik van alles te zeggen, maar ik hield m’n mond maar.