Openingszin

“Goedemorgen mevrouw”, zegt de voedingsassistente tegen mijn vrouw, die op de kraamafdeling ligt. “Wat wilt u morgen eten? We hebben baklever en bloedworst”, glimt ze van trots, alsof ze die menukeuze hoogstpersoonlijk voor de poorten van de hel heeft weggesleept. D. heeft net weer een infuus aangelegd gekregen met weeënopwekkende medicijnen en voelt zich uiterst beroerd. Het laatste waar ze mee geconfronteerd wil worden is een keuze tussen baklever en bloedworst.

Ik moest daaraan terugdenken toen het product uit die periode, mijn inmiddels 17-jarige dochter, de uitslag zou krijgen van haar exameninspanningen. Ze zou worden gebeld tussen twaalf en twee en om kwart voor één ging de telefoon.

“Dag Nina, ik heb slecht nieuws voor je”, zei haar mentor. Het arme kind kreeg een hartverzakking en het bloed in mijn gezicht trok ook direct weg. “Door een technische storing kan ik je de uitslag nog niet meedelen; die verwachten we nu pas om een uur of drie”.

De openingszin, het is een verschijnsel dat niet alleen aandacht verdient in de communicatie tussen potentiële liefdespartners, in de discotheek of de supermarkt.

M’n dochter is overigens geslaagd. Nu haar mentor nog.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *