Ontkomen doe ik er niet aan
van de markt over de drempel
in de kroeg
mijn kroeg.
Het is 1980.
Tussen kleurrijk geklede krakers
en studenten van sociale en artistieke school
de marktkooplui
en de gezinnetjes na het boodschappen doen
voor één bessen, één pils en twee chocomel.
Heeft u er een rietje bij?
Voel me thuis.
Weet dat zij weet dat ik m’n koffie zwart drink.
Vraag Aretha Franklin’s Think;
You need me and I need you.
En heb je voor mij een broodje kaas?
In aluminiumfolie verpakt genot.
Nee, merci.
Voor mij een pils en na de laatste
nog een.
Toch weer laat geworden.
Morgen even vragen
waarom je me geen gedag zei.