Een kwestie van tijd

Hubert stond al vroeg in het portiek van de apotheek te wachten tot de dienstdoende drugshandelaar het rolluik zou laten doen waarvoor het bestemd is. Om klokslag één minuut over acht – de eerste zestig seconden waren reeds gestolen – begon het luik te rollen. Kort daarvoor had zich een dame in z’n gezelschap gevoegd, die duidelijk haast had. Veel meer haast dan hij, maar Hubert nam zich voor om zijn eerste plaats niet zonder slag of stoot af te staan. Hij wilde immers ook op tijd zijn, waar hij op tijd werd verwacht.

De vrouw was een ruime kop kleiner dan hij en zij zou dan ook normaalgesproken  eerder dan hij onder het voortrollende luik de pillenwinkel kunnen betreden en alsnog de eerste klant van de dag kunnen worden. Hubert keek achterom, vloekte binnensmonds maar bewust hoorbaar genoeg, waarop de vrouw zich omdraaide in de richting waarvan zij vermoedde dat er zich iets dramatisch afspeelde.  Juist lang genoeg om hem in de gelegenheid te stellen onder het rolluik naar binnen te glippen. Flauw? Jazeker, maar wel afdoende.

Hij gaf het recept af aan de vrouw achter de desk, een mollige, kennelijke moslima met een hoofddoek die hem moest afschrikken om lustgevoelens te krijgen. Dat lukte. De rijkelijk zwart omrande ogen waren daartoe al voldoende geweest.

“Duurt het lang?”, hoorde hij zichzelf vragen, en onderkende direct dat het een vraag van niks was. Want wat is lang? Welke consequenties verbond hij aan het overschrijden van een niet-gedefinieerde tijdslimiet? Zou de vrouw met hem daarover een dispuut beginnen en daarmee zo veel tijd investeren dat het paard achter de wagen werd gespannen?

Gelukkig pareerde de vrouw zijn vraag met een eveneens volslagen nietszeggend “In principe niet”, zodat hij volkomen gerustgesteld op een stoeltje plaatsnam, in afwachting van z’n medicijnen.

2 gedachten over “Een kwestie van tijd

Reacties zijn gesloten.