Auteursarchief: admin

Golfbeweging

Ik ken van vroeger nog de groene golf. Je weet wel, dat traject in Dieren, waar je voor geen enkel verkeerslicht hoefde te stoppen, mits je eenmaal in de goede flow zat en niet harder reed dan vijftig kilometer per uur. Groene golf klinkt als iets universeels, maar ik ken het alleen van Dieren. Van toen.

De groene golf was vast bedacht door een actiecomité (Red Dieren van de beesten) dat eigenlijk alle auto’s wilde weren uit de gemeente. En als ze er dan toch moesten zijn, dan maar het liefst zo kort mogelijk. De route van de groene golf  liep langs het station, alsof je ook nog ‘ns  een dikke vinger kreeg van de Nederlandse Spoorwegen. Vervolgens kwam je dan ook nog voorbij de rijwielfabriek van Gazelle, en je hoorde in je verbeelding dezelfde man die later de commercials van De Hypotheker insprak, met luide stem roepen: ga toch fietsen! Die hele groene golf was dan ook een protest tegen de automobilist. Het neveneffect was dat je zuinig reed en snel dat klotedorp weer kon verlaten. Goed voor het milieu en goed voor m’n agenda.

In Deventer is er nu wat anders aan de hand. Probeer hier maar ‘ns de stad uit te komen. Er lijkt hier verdomme sprake te zijn van een rode golf. Ieder verkeerslicht turns out to be een stoplicht. Ik zweer het je. Goed voor je adrenaline, dat wel. Maar die slechte afstemming van lichten heeft tot gevolg dat je gewoon asociaal moet gaan rijden, wil je nog érgens op tijd aankomen. Het is gewoon een regelrechte stimuleringsmaatregel om iedereen zo hard mogelijk te laten rijden. Slecht voor het milieu, slecht voor de statistieken van de verkeersongevallendienst, slecht voor m’n humeur.

Pretpark

“Wilt u zegels voor de kaartjes van De Efteling”, vraagt de caissière bij Albert Heijn. Wil jij misschien naar De Efteling, vraag ik aan een vriendin die toevallig achter mij in de rij is aangesloten.  “Met jou wèl”, zegt ze, half uitdagend. Ach, het hele leven is een Efteling, voeg ik haar toe, en we zien allebei van de kaartjes af.

Op de weg terug, tijdens mijn wandeling door het park naar huis – nadat Vriendin en ik elkaar hebben bezworen om nu toch eens echt met onze partners af te spreken in de stad – denk ik terug aan het voorval. Het hele leven een Efteling. Het is nog een mooiere metafoor dan ik aanvankelijk dacht. Zeker voor mij. Want ik kon echt elke keer genieten van het pretpark toen ik er was. Als kind ben ik er geweest en later weer met mijn kinderen. Ik zal er wellicht ooit met m’n kleinkinderen een bezoek brengen. Ik heb er veel plezier gehad, maar lang niet alle attracties waren aan mij besteed. Sommige ging ik liever uit de weg. Andere bezocht ik wel, maar daar had ik later spijt van toen ik er bijna kokhalzend uit vandaan kwam. Niet alles is voor iedereen weggelegd. Het klinkt als een tegelspreuk. Realistisch? Ja. Maar ook een beetje braaf misschien, en zelfs berustend. Katholiek, denk ik, grinnikend. Niet alles is voor iedereen weggelegd. Tel je zegeningen, bezweer ik mezelf, terwijl ik m’n kraag hoger opzet tegen de kou van de straffe herfstwind.

Onderweg trap ik een dennenappel weg. Een groots voetballer is nooit aan mij verloren gegaan en de boomvrucht komt dan ook slechts een paar meter vooruit. Nee, voetballen kán ik niet, maar ik vind het wél leuk! Opnieuw geef ik een trap tegen het ding aan, terwijl ik me voorstel dat ik een bal in de kruising jaag. Het draait weer op een mislukking uit. De derde keer loopt helemaal op een fiasco uit, want ik raak niet de dennenappel, maar de boomstronk die er naast verscholen ligt en ik bezeer m’n voet. Ik vloek binnensmonds, maar verbijt de pijn. Dat laat ik me toch niet gebeuren, neem nu een aanloop, voordat ik een vierde poging waag en verdomd, het bruine monster schiet met een geweldige vaart een heel eind de richting in die ik beoogd had. Meters verderop vind ik ‘m echter niet weer terug. Ik herken ‘m tenminste niet, maar gelukkig ligt de bodem bezaaid met dennenappels en ik vind snel weer een volgend projectiel. De procedure herhaalt zich en drie dennenappels en een gekneusde voet later kom ik thuis. Het park waar m’n huis aan ligt en dat ik als ‘mijn park’ beschouw, beleef ik als een pretpark. De dennenappels zijn als de uitdagingen die ik m’n leven tegenkom. Soms ga ik ze succesvol te lijf, maar ik kleun ook nog wel ‘ns mis. Maar uiteindelijk kom ik dan toch vaak waar ik wezen wil.

Ik heb geen kaartjes voor De Efteling nodig.

Daarom dus

Daarom dus

Omdat ik toen nog niet zo goed Engels sprak,

en omdat ik geen masculiene oogopslag had,

en omdat ik niet bovenmatig intelligent bleek,

en omdat een zwaar brilmontuur me eenvoudigweg niet stond

en omdat ik bovenal last had van hoogtevrees,

hebben ze destijds uiteindelijk

– nota bene –

een pop gekozen

om de rol van Brains te spelen

in de serie Thunderbirds.

Geen nut

Hubert slenterde de hakkenbar binnen, een ruimte van hooguit vier vierkante meter, in hartje stad. De zaak was met hem als enige klant al goed gevuld. Omdat hij de hakkenbarkeeper niet aantrof nam Hubert uitgebreid de tijd om eens om zich heen te kijken en hij verbaasde zich over de grote aantallen verschillende naambordjes met dito lettertypes, en over het grote volume aan sleutels. En over het totale gebrek aan hakken, toch het product waar de winkel z’n naam aan ontleende.

“Ehum”, hoorde hij plots achter zich. Klaarblijkelijk was de hakkenman in een soort vooronder werkzaam geweest, want hij stond nu achter de desk waar hij niet zou kunnen zijn terechtgekomen zonder dat Hubert hem had opgemerkt. “Ehum” kucht hij andermaal en vroeg toen: “Wat kan ik voor u doen?” “Eigenlijk niets”, zei Hubert en omdat hij wel aanvoelde dat de man daar geen genoegen mee zou nemen, vervolgde hij: “nou, ziet u, ik wil eigenlijk een extra gaatje in m’n riem. Een gat dus. Dat is dus eigenlijk niets. Dat stukje leer dat u eruit stanst, mag u dan gerust houden. Ik neem gewoon genoegen met niets en zal u dienovereenkomstig betalen.”

De man achter de desk was even volledig uit het lood geslagen. Je zag hem met zichzelf overleggen over de vraag of hij van doen had met een volslagen idioot, of dat hij slachtoffer was van een grap, al dan niet met een verborgen camera. Hubert hield vol. “Net zoals het nut van een emmer eigenlijk bestaat uit het niets. Daaraan ontleent de emmer z’n functie. Als het niets in de emmer wordt vervangen door iets, neemt daarmee de functie in ieder geval op z’n minst een béétje af. Al naar gelang de volume van het iets dat in het niets wordt opgenomen.”

Het geduld van de winkelier raakte op. “Wilt u nu eens ophouden. Ik sta hier niet voor niets!” Hubert dacht daar heel anders over en trok geagiteerd de riem uit zijn broek. Juist op dat moment passeerden twee stadswachten de winkel. De waargenomen stemverheffing en de uitgetrokken broekriem leken voor hen duidelijke signalen van een oplopend handgemeen en ze stonden dan ook klaar om in te grijpen.De dikste van de twee brulde “En wat is hier aan de hand, heren?” Waarop plotseling de harmonie als donderslag bij heldere hemel tussen de winkelier en zijn klant intrad en zij in koor riepen: “Oh, niets!”

Persbericht

Wildpoepers slaan hun handen ineen

Op een bijeenkomst van anonieme wildpoepers – gisteren op een geheim gehouden locatie – is besloten tot een voorjaarsoffensief. Wildpoepers voelen zich onvoldoende erkend door de media en Justitie en eisen maatregelen. Actieleider W. – die om hem moverende redenen niet met naam en toenaam genoemd wil worden is furieus: “Wildplassers krijgen volop aandacht, zowel in de geschreven media als op YouTube. Dat gezeik moet maar eens afgelopen zijn!”

Men wil ten minste toegelaten worden als demonstratie-delict. Voorts zijn er nieuwe criteria gesteld voor de verplichte figuren.

W. is niet bang voor negatieve reacties uit de samenleving en stelt strijdbaar: “Daar hebben wij schijt aan!”

Van me af

Stort je na mijn overlijden gerust in diepe rouw,

maak van mijn graf een tempel van verdriet,

klaag voortdurend over kilte en kou,

en spaar dan ook de kinderen niet.

 

Neem vooral geen nieuwe vriend

want je kunt er ook voor kiezen

het lot te aanvaarden dat je verdient

en in eenzaamheid te kniezen.

 

Doe dat allemaal, nu en ook nog later

met alle toeters en bellen, pracht en praal

en maak vooral toch veel theater

als het je geweten sust.

 

Laat je borsten vergroten

spuit botox in je lippen,

zuip je zelf dagelijks een kater

Maar laat mij eindelijk met rust!

Deventer observaties 12

Op het binnenplein van winkelcentrum Keizerslanden staat een kraampje. Het is zeer strategisch opgesteld, want zowel het inkomend als het uitgaand bezoek van de grootgrutter moet er langs. “Wilt u hier tekenen tegen dierenmishandeling?” vraagt een jongeman met halleluja-ogen aan mij. Ik ben best tegen dierenmishandeling, maar daar ga ik niet voor tekenen, want dan is het eind zoek, leg ik aan hem uit. Bovendien sla ik met plezier een mug dood en daarom zou het tekenen van zo’n petitie ook wat hypocriet voelen.

Zo voel ik ook weerzin tegen acties op tv waarin allerlei derderangsartiesten zich er op voor lijken te staan dat ze tegen kanker zijn. Ja, ammehoela. Wie is er nou niet tegen kanker? Organiseer eens een actie tegen Andries Knevel. Of Daphne Deckers!

In de maand november laten sommige mannen hun snor staan als signaal tegen prostaatkanker. Ik doe daar niet aan mee.

Toen ik er een paar jaar geleden met mijn dochter over sprak kon ik het haar niet goed uitleggen. Ze nam er in ieder geval niet zomaar genoegen mee en nam het me kwalijk dat ik me niet solidair toonde.

Er kwam een nogal dramatisch einde aan onze discussie toen ze – midden in de supermarkt – luidkeels riep: “Kijk, pap, zelfs die mevrouw is tegen prostaatkanker.”

De Mierenneuker spreekt zicht uit – deel 1

“Je hebt nog 2 dagen om je Staatslot te kopen” waarschuwt de Staatsloterij op Twitter, een paar dagen voor de volgende trekking. Het is een antwoord op een niet gestelde vraag. Een antwoord waarvoor een vraag niet was verwacht ook. Een soort retorisch antwoord dus.
Maar er is nog meer gek aan die formulering. Als er al sprake is van “je staatslot’ dan hoef je dat toch niet meer te kopen?

Een andere kroniek van een aangekondigde dood

Verjaardag. Gek woord. Als voor een delict een verjaringstermijn staat van twee jaar en die termijn loopt af op 1 januari 2020, is 31 december 2019 dan de verjaardag? Of zijn er dan juist 730 verjaardagen?

Als ik de dag wil vieren waarop ik x jaar geleden ben geboren, heb ik er niet direct behoefte aan om geconfronteerd te worden met het feit dat ik eindig ben. Langer dan een kort moment  stilstaan bij m’n geboortedag vind ik ook een beetje onzinnig. Ik zou m’n moeder kunnen bellen: “hé, mam, weet je nog?” Maar zo’n dag vieren dat je weer een stukje dichter bij het einde bent, vind ik morbide.

Ik stel voor om aan te sluiten  bij Duits- en Engelstaligen (Geburtstag en birthday) en hanteren we voortaan geboortedag.

Dit jaar vierde ik m’n geboortedag op 15 juli. En volgend jaar? Dat valt nog te bezien.